'Het einde van de dag' — 2013
Olie op doek
60 x 90 cm
'Vroege ochtend' — 2013
Olie op doek
120 x 100 cm
'Landschap' — 2006
Olie op doek
105 x 85 cm
'Surf' — 2012
Olie op doek
90 x 70 cm
— Stefan Hertmans
Handballetten
en reflectie
Naar aanleiding van het werk van de Vlaamse schilder Karel Dierickx wordt vaak gezegd dat het iets uit te staan heeft met de tijd. Op het eerste gezicht kan zo’n uitspraak zowel nietszeggend als diepzinnig lijken. Het oeuvre van eender welk kunstenaar beweegt zich, ontwikkelt zich in de tijd – we noemen dat gewoon evolutie, work in progress, wat dan ook. Men kan net zo goed zeggen dat elk werk zich beweegt in een dubbele ruimte: de reële en de imaginaire, en ook daar valt weinig tegen in te brengen.
Toch is het nu net het kritisch van naderbij bekijken van die twee uitspraken dat ons iets heel specifieks over het werk van deze teruggetrokken, virtuoze schilder kan verklaren.
Nu al meer dan vier decennia heeft Karel Dierickx met een vasthoudendheid en consistentie die aan Morandi doet denken, een schilderkunstig oeuvre uitgebouwd dat uitblinkt in omzichtigheid en sensibiliteit. Deze eigenschappen zijn niet bepaald evident in de huidige kunstwereld, waar effect, trouvaille, marketing en kretologie schering en inslag zijn geworden.
Het werk van Dierickx heeft echter vandaag de dag een uitstraling en een overtuigingskracht gewonnen, die men voor ondenkbaar hield in de jaren van cultureel snobisme waarin, zoals Catherine David het ooit stompzinnig uitdrukte, schilderen een voorbijgestreefde, tweedimensionale bourgeoise illusie was geworden. Niets is minder waar gebleken: de zogenaamd ouderwets geworden taal van het schilderen is opnieuw actueler dan ooit.
Het is wellicht niet overdreven te stellen dat het sleutelwoord in dit oeuvre de integriteit is – een moeilijke categorie, ze suggereert morele gelijkhebberij, dat wat Nietzsche ooit de arrogantie van de bescheidenen heeft genoemd. Maar men kan deze ambivalentie van het integriteitsbegrip zelf ook als een streven naar integriteit begrijpen: enerzijds het verscheurd worden tussen de overmoed van het alles-willen-schilderen (namelijk het zien en zichtbaar worden zelf), en anderzijds het zich steeds weer terugtrekken op de smalle basis van de zelf ontworpen voorwaarden voor wat schilderkunst inhoudt.
Dat betekent dat dit oeuvre ook een ethiek in zich draagt, een onophoudelijke zoektocht naar een altijd weer wijkende integriteit. Dit gevecht is dan ook nooit makkelijk. Dierickx is dan ook een vechter, een melancholische soldaat, de strijder voor de ene onovertrefbare, juiste verfstreek. De schoonheidsleer is vervuld van een soort moreel besef over juistheid en accuratesse.
In de schilderkunstige actualiteit van de huidige Vlaamse generatie zal Dierickx omwille van zijn existentieel radicalisme altijd een afzijdige blijven, maar die afzijdigheid heeft met de jaren haar aristocratische overtuigingskracht alleen maar versterkt. Het is de afzijdigheid, de integriteit van iemand die zo integraal tot de grote traditie van het schilderen behoort, dat hij als het ware geen omgeving, geen school, geen trend meer nodig heeft. Hij heeft genoeg aan het werken van tijd en ruimte om hem heen. Dat is het ademen van een oeuvre dat aan zichzelf genoeg heeft in de iconografische ruimte van de eigen intimiteit, die tegelijk herkenbaar is als de menselijke leefruimte tout court. Het is de vrijheid van de oudere meester, die het stadium heeft bereikt waarover Paul Klee ooit heeft gezegd, dat men alleen maar de lijn uit wandelen moet nemen. Het is de vrijheid van de oude Matisse: de hand weet haar weg door de complexe wegen die de schilderkunst in al die eeuwen voor haar heeft geaccumuleerd, neergeslagen in het eigen bestaan. Vrijheid en strengheid, een kamer vol licht en reflectie, een werk dat zich uitspreidt naar het uitzicht in het raam. Veel meer kan een kunstenaar zich niet wensen.
(Passages uit ‘Hand Ballet’ — Roberto Polo Gallery)
'Tobias' — 2007
Olie op doek
50 x 40 cm
'Een avond' — 2003
Olie op doek
60 x 50 cm
'Zomerlandschap' — 2013
Olie op doek
60 x 50 cm
'Inham' — 2013
Olie op doek
100 x 80 cm
'Verborgen dag' — 2012
Olie op doek
100 x 80 cm
'Tholen' — 2000
Olie op doek
60 x 50 cm
— Jan Hoet
Dierickx creëert
een wereld die
voor verschillende interpretaties
vatbaar is
Karel Dierickx, geboren in Gent 1940, ontwikkelde zich als schilder en tekenaar vanuit de abstractie naar een schilderkunst waarbij hij de waarneming van klassieke thema’s zoals landschap, stilleven of portret voortdurend in vraag stelt. Dierickx creëert een wereld die voor verschillende interpretaties vatbaar is, een wereld waarin de schilderkunst als een procesmatig gebeuren wordt ervaren. Hierdoor ontstaat een spanningsveld tussen de rusteloze, ongeduldige identiteit van de kunstenaar en zijn waarneming van de natuur der dingen. Het is alsof het leven-zowel tekstueel als structureel – in beweging blijft en groeit naar metamorfosen en tegenstellingen. De kunstenaar vermijdt elke nauwkeurigheid en onthult tezelfdertijd hoe hij de wereld bij het schilderen en tekenen beleeft.
'In de spiegel' — 2013
Olie op doek
60 x 50 cm
'Stilleven' — 2013
Olie op doek
31 x 27 cm
'Le pays de Rimbaud (5)' — 2011
Olie op doek
60 x 50 cm
'Le pays de Rimbaud (6)' — 2011
Olie op doek
50 x 60 cm
Olie op doek
50 x 60 cm
'Nacht' — 2008
Olie op doek
90 x 70 cm
'De schilder' — 2007
Olie op doek
60 x 50 cm
Œuvre —
Werk op papier
'Julian Beck' — 1999
Potlood op papier
65 x 50 cm
'Encounter' — 1998
Potlood en gouache op papier
31 x 23,5 cm
'Verloren landschap' — 1996
Potlood en houtskool op papier
65 x 50 cm
— Bernard Dewulf
Tijdens
de tekening
Hoe te tonen wat amper te tonen is? Hoeveel tonen en tinten zijn daartoe nodig? En welke. Hoe saamhorig en hoe tegensprekelijk moeten die zijn? Wanneer is het genoeg? Wanneer spreekt het schilderij zo volkomen als haalbaar is? Hoe te stoppen voor er ineens een toon te veel staat — waardoor het moeilijk toonbare dat net leek te gloren plotseling weer weg is? Wanneer is het werk volledig?
Al die vragen komen en gaan in het werk van Karel Dierickx. Het lijken wel gesprekken, deze tekeningen en schilderijen. Zoals we zeggen dat een gesprek gevoerd wordt, zo ook wordt een penseel gevoerd. Twee vormen van voeren, voertalen, die hier onderling verbonden zijn. Het gesprek is bezig, het is niet voorbij, het staat ook niet te gebeuren, het heeft plaats. Op het doek. ‘While we speak’, zegt het Engels.
In de tekening gebeurt het vaak in slingerbewegingen, met versnellingen en vertragingen. Lijnen verstrengelen zich om iets heen, zoals ook zoveel gesprekken de woorden om iets winden dat niet gezegd wordt. Dan is de kwestie: waaromheen. Alsof de lijnen, de woorden dat weten.
Ook in de schilderijen verbinden versnellingen en vertragingen datgene wat er gezegd wordt. De kleuren, de tonen, de tinten, de vegen, de strepen. Het is vaak een zinsbouw die wil gaan zingen. Soms gebeurt dat, in een lyrische uithaal van geel, wit, groen. Even vaak stokt dat mogelijke zingen in iets gedempte, een verstomming van wat op het punt stond zich te uiten. Dan wil er een muziek beginnen spelen om een leemte. Een vacuüm. Is het een graf? Is het een wonde? En wat wordt er in andere doeken bezongen? Een zege, een overwinning, maar waarop? Misschien op de verf zelf, of op de verstomming, die even onvermijdelijk is als de jaren iets wil iets zeggen hier, maar hoe zeg je dat?
Tekenen en schilderen zijn voor Karel Dierickx vormen van denken, zoals Gerhard Richter het ooit zei: ‘Schilderen heeft niets te maken met denken, omdat in het schilderen het denken het schilderen is’. De schilderijen zijn vaak randje abstract, maar altijd schemert er ‘iets als’ een landschap, een portret, een stilleven in door. Finaal echter zijn ze ongrijpbaar, vooral in hun kleuren, in hun tonaliteit. Dat is kenmerken voor een schemering. Ze veranderen ook naarmate wij toenadering zoeken. Plotseling blijkt in zo’n doek verrassend veel violet te schuilen. En schuilen is, dunkt mij, het juiste woord. Er schuilen in deze werken haast ontelbaar veel kleurtonen, die verschuiven, verglijden, overlappen, zoeken, nu eens sterk aanwezig en dan weer ijl. Ze lijken wel; als kleurtonen, iets van muziektonen te krijgen — als dat zou kunnen.
Net als in de tekeningen wordt hier geoefend met aan- en afwezigheid. Met het zichtbare en het onzichtbare. Dat zijn grote woorden voor schilderijen zonder grote gebaren. Toch draait het daarom, om tal van vragen, overwegingen en twijfels die de schilder meeneemt in zijn bewegingen — bewegingen die hem op zijn beurt meenemen. Evenwichtsoefeningen heet dat. Het zijn de moeilijkste. Ze houden ook niet op.Het integerste evenwicht is het wankele, het doelbewust wankele.
Het vergt net iets langer kijken dan het oog gewend is om de rusteloosheid in dit werk te onderkennen. Het opvallendst is dat in de tekeningen, die voor Dierickx de grond van alles zijn. De tekeningen vertonen veel tegelijk grillige en vloeiende lijnen. Aarzeling en trefzekerheid werken samen. Een hoofd, een landschap komt uit het imbroglio tevoorschijn — of verdwijnt het? Wordt het aanwezig getekend of weggehaald? Net het simultane van deze twee aan elkaar tegengestelde bewegingen maakt deze tekeningen zo onvatbaar. Ze zijn vloeibaar, onaf, alsof de tekening in zichzelf oplost, en toch zijn ze dwingend. Ze willen wel van alles laten zien, maar het zijn de lijnen zelf die zich afvragen wat ze zullen laten zien en vooral hoe ze dat zullen doen. Doelmatig twijfelende lijnen.
Voor Jean Fautrier was schilderen zijn intiemste bezigheid. Tekenen moet dat ook zijn voor Karel Dierickx. De gedachte ligt voor de hand: zijn tekeningen zijn als hersenspinsels. En zenuwbanen. En zielenroerselen. Dat maakt ze kwetsbaar. Regelmatig herinneren ze aan wonden. Alsof al die lijnen samen één glasverband vormen. Elke wonde is een voorteken van het graf, een grijns van de vergankelijkheid. Het is niet iets gapende, het gaat om een vermoeden. Van iets afgrondelijke. Op afstand kunnen deze tekeningen en schilderijen rustig ogen, maar naderend neemt de onrust toe. Ook de lyrische werken zijn daar niet vrij van. Dat heeft met het beweeglijke van dit werk te maken, maar er is meer. Er is onrust van iemand die iets wezenlijks wil zeggen, en dat telkens opnieuw probeert. Op een rustige manier, maar intussen. Zoals men zelf een onbestemde onrust kan voelen, als iets woelende, zo is het vaak in dit werk. Schilderijen en tekeningen als woelwaters. Het is geen opgejaagdheid, geen ongeduld — er spreekt zelfs veel geduld uit dit werk — het is niet altijd beklemmend, het is ook niet angstaanjagend, het is veeleer de ‘eenvoudige’ onrust van de dagen. Van de zoekende. Van een tastende in de tijd. En van een mens die zijn ontroeringen gestalte wil geven. Niet in exaltatie, niet als show, maar als een zoektocht. Het is geen louter mentale, conceptuele zoektocht, hij voltrekt zich in de verf, in het potlood en de inkt. Dat zorgt ook voor een zeker tijdsbesef in de werken. Er vindt zichtbaar iets plaats. Vooral zoekt iets er zijn plaats in een geheel.
Kijkend naar deze schilderijen en tekeningen, bevindt men zich niet alleen na maar ook tijdens de schilderijen en tekeningen. Hoezeer ze uiteraard ook voltrekken zijn, ze blijven iets suggereren van de uitvoering, van het tijdsverloop, van het gebeuren. In die zin zitten ze vol herinneringen. Vertonen ze een geheugen. Ook de omzwervingen, de grilligheden, de raadsels ervan. En geen groter wonde dan het geheugen. Karel Dierickx laat ze zien, zoals de wereld zich laat zien: even herkenbaar als verborgen. En als men ertegen spreekt, kan er iets zingen en kan er iets zwijgen.
(‘Karel Dierickx’ — Ludion)
'Ambrosia' — 1999
Potlood op papier
41,5 x 29,5 cm
'Compositie' — 1995
Gemengde technieken op papier
36 x 27 cm
'Hoofd' — 2006
Potlood en gouache op papier
42 x 29,5 cm
'Betekenis en zinloosheid' — 1998
Potlood en gouache op papier
64 x 48 cm
'Studie van vogelsculptuur' — 2000
Potlood op papier
42 x 29,5 cm
'Landschap' — 2006
Potlood op papier
42 x 29,5 cm
'Tholen' — 2006
Potlood op papier
36 x 27 cm
— Roland Jooris
Karel Dierickx zwijgt
als hij iets zegt
Grillige organische lijnen, tactiele ophogende of atmosferische vlekken, krijtachtige partijen, harde takkige krassen, dekkende als door de tijd aangetaste kleurzones ...
Kwetsbare plekken in de tastbare tonen van een zich in zichzelf terugtrekkende picturale wereld ...
Ongrijpbaar als met de hand gemompelde beelden: verdwijningen die telkens weer opdoemen, zich niet prijsgeven, zich vershuilen in de inwendigheid van het zichtbare ...
Een opengewekte densiteit die de sporen van het twijfelende, moeizame, rustloze binnenwerk toont ...
Het is alsof het witte onweerachtig licht zich verbergt achter de verfhuid, alsof schaduw in potlood, krijt of houtskool zit, alsof het onuitgesprokene de klaarte in zich draagt.
Zoveel is duidelijk: Karel Dierickx is een intimist. Niet in de betekenis van een zachtzinnige behoeder van aan ruimte en tijd gebonden stemmingen. Zijn intimisme laat een niet te bepalen pijnigende dreiging vermoeden. Het verwendigt zich in het blootleggen van de innerlijke roerselen van een binnensmonds procesmatig tekenen en schilderen.
Hierbij overlappen tekenen en schilderen vaak elkaar.
Het blad papier is minder dwingend dan het witte linnen.
Het geeft de hand de vrijheid om zichzelf te volgen, om te strompelen, te onderzoeken, om hortend en stotend een eigenzinnige werkelijkheid te scheppen.
De werkelijkheid van Karel Dierickx’ beeldtaal verwijst niet naar buiten, ze koestert zich in de diepgeproefde sensualiteit van zijn werkwijze. Het is een suggestieve realiteit.
Figuratie als veronderstelling, niet als voorstelling.
Figuratie als vervaagde aanduiding van wat afwezig is.
Figuratie als abstractie, als ontkenning van zichzelf.
Autonome bevestiging van een naar binnen gekeerde schriftuur.
Karel Dierickx zwijgt als hij iets zegt.
(’Karel Dierickx, een diptiek’ — 141 Revolver 35/4)
'Een jaar uit het leven
van Berwich' — 1997
Potlood en vetkrijt op papier
50 x 65 cm
'Kanazawa' — 1996
Potlood op papier
60 x 42 cm
'Landschap achter het huis' — 2007
Potlood en houtskool op papier
30 x 30 cm
'De droom van Jeroen Bosch' — 2000
Potlood en houtskool op papier
27 x 56 cm
'Portret van B. met masker' — 1997
Gemengde technieken op papier
37 x 50 cm
Œuvre —
Sculpturen
'Ambrosia' — 1999
Brons
29 x 19 x 24 cm
Genummerd op 4
'De dronken metser' — 2003
Brons
15,5 x 28 x 21 cm
Genummerd op 3
Brons
15,5 x 28 x 21 cm
Genummerd op 3
'Hommage aan Morandi' — 2002
Brons
26 x 14,5 x 15 cm
Genummerd op 3
— Stefan Hertmans
Uitgebalanceerde
handballetten
Ook bij zijn sculpturen is dit merkbaar: dit zijn onmiskenbaar de beelden van de virtuoze tekenaar, frotteur, schrapper en schrijver-met-verf,
de man die wacht op de juiste toets zoals die uit de juiste stemming tevoorschijn moet komen. Zijn beelden vertonen diezelfde uitgebalanceerde handballetten, de ingehouden aanraking die een indruk, een spoor nalaat zoals het penseel of de houtskool dat doen, het gebaar van de hand die de vorm in het leven moet roepen en weet dat ze zichzelf blootgeeft als ze dan toch maar besluit die toets te zetten. Dit is een uitputtende demarche waarbij het eigen bestaan, de kwetsbaarheid en de kracht ervan, telkens opnieuw in de waagschaal moeten worden gegooid.
(Passage uit ‘Hand Ballet’ — Roberto Polo Gallery)
'Klein monument voor een vogel' — 1999
Brons
41 x 12 x 11,7 cm
Genummerd op 5
Brons
41 x 12 x 11,7 cm
Genummerd op 5
'De droom van Jeroen Bosch' — 2000
Brons
21 x 27 x 21 cm
Genummerd op 3
'Personage' — 2004
Brons
130 x 22 x 21 cm
Genummerd op 3
'Rots' — 2000
Brons
21 x 27 x 21 cm
Genummerd op 3
'L'empereur' — 2003
Brons
30 x 26 x 26 cm
Genummerd op 3
— Karel Dierickx
en Paul de Wispelaere
Ik ben ongeneeslijk
‘Ik ben ongeneeslijk’ is de twaalfde bibliofiele uitgave van Literarte. De uitgave bestaat uit twee boekwerken. Het eerste boekdeel bevat de tekst van Paul de Wispelaere, het tweede boekdeel bestaat uit de 5 tekeningen die Karel Dierickx maakte bij 5 citaten uit die tekst. Deze bibliofiele uitgave werd gerealiseerd in de nazomer 2004. Bob Matthysen is de boekmaker. De tekst is gezet in de Bodoni-letter. Er is gedrukt op Biotop 200 gr door Drukkerij Snoeck-Ducaju.
— Karel Dierickx
en Leonard Nolens
Negen slapeloze
gedichten
‘Negen slapeloze gedichten’ / ‘Neun schlaflose Gedichte’, een tweetalige uitgave met gedichten van Leonard Nolens en etsen van Karel Dierickx verschijnt op 1 juni 2007 bij Ergo Pers te Gent en Antiquariaat de Sleghte in Antwerpen. ‘Negen slapeloze gedichten’ / ‘Neun schlaflose Gedichte’, verschijnt in een oplage van zestig exemplaren, Arabisch genummerd van 1 tot 60 en 9 exemplaren geletterd van A tot I, bestemd voor de medewerkers. Bij elk boek hoort een suite met vijf door Karel Dierickx getekende en genummerde etsen en een door Leonard Nolens handgeschreven en gesigneerd gedicht. Elk boek werd in het colofon gesigneerd door de auteur en de kunstenaar. De gedichten werden naar het Duits vertaald door Ard Posthuma. De etsen werden gedrukt door Henri Hemelsoet en Eric Levert. De tekst werd gezet uit Stempel Trump Mediaeval en gedrukt op Hahnemühle 230 gr door Rein Ergo die ook instond voor ontwerp en afwerking.
© 2002 uitgeverij
Octave de Achtste
— Karel Dierickx
en Stefan Hertmans
Vuurwerk zei ze
‘Vuurwerk zei ze’ van Karel Dierickx en Stefan Hertmans verscheen op zondag 28 april 2002 te Roborst-Zwalm in opdracht van uitgeverij Octave de Achtste. De vijf zwart-wit etsen van Karel Dierickx werden gedrukt op Bütten-Hahnemühle-papier 300 gr op de persen van het atelier “De Zachte Klaarte” te Sint Amandsberg bij Gent door Henri Hemelsoet. De vijf gedichten van Stefan Hertmans werden gezet uit Garamond (Antiqua) corps 14 door Greet Ergo en op hetzelfde papier gedrukt op de handpers van kunstdrukatelier “De Zachte Klaarte”. Het boekbindwerk werd verzorgd door Laurence De Craene te Gent. ‘Vuurwerk zei ze’ verscheen in een oplage van 36 exemplaren, Arabisch genummerd van 1-36 tot 36-36 en 6 op naam gedrukte exemplaren bestemd voor de medewerkers geletterd van A-E tot E-E. Bij elk exemplaar hoort een suite door Karel Dierickx genummerde of geletterde en gesigneerde zwart-wit etsen. Alle exemplaren werden in het colofon gesigneerd door Karel Dierickx en Stefan Hertmans.
© 2004 uitgeverij Jef Meert
— Karel Dierickx
en Roland Jooris
vlakgom
Negen tekeningen van Karel Dierickx en drie gedichten van Roland Jooris. Verscheen in november 2002 in opdracht van uitgeverij Jef Meert. Tekst en tekeningen werden door drukkerij Imschoot te Gent gedrukt op Arches akwarel 185 gr, het omslag op Arches grain fin 300 gr. De teksten werden gezet uit de Garamond. De oplage bedraagt 9 exemplaren, genummerd van I tot IX die elk een originele tekening van Karel Dierickx bevatten, 90 exemplaren, genummerd van 1 tot 99, 9 exemplaren, genummerd van A tot G, voorbehouden aan auteurs en uitgever. Alle exemplaren werden door de kunstenaar en de dichter gesigneerd.
— Karel Dierickx
en Heiner Hachmeister
14 Zeichnungen von 2008
Kruisweg
Dit boek met 14 reproducties van Karel Dierickx is een eenmalige uitgave met een oplage van 700 exemplaren, waarvan 5 exemplaren met een potlood op papier tekening en een ets, gesigneerd en Arabisch genummerd 1/35 tot 5/35 en 30 exemplaren met een ets, Arabisch genummerd 6/35 tot 35/35. De 5 exemplaren met potlood op papier tekening werden genummerd I tot V. Tekst van Günther Kebeck, Thomas Sternberg en Heiner Hachmeister.
© 2011 Octave de Achtste
— Karel Dierickx
en Luuk Gruwez
De kerf
in je wang
De kerf in je wang is een bibliofiele uitgave, met tekeningen van Karel Dierickx, uitgegeven bij Octave de Achtste te Gent in 2011. 40,6 x 28,2 cm, ingenaaid, stofomslag, foedraal. Gedichten van Luuk Gruwez en 5 etsen van Karel Dierickx werd uitgegeven in een oplage van zesendertig exemplaren Arabisch genummerd van 1-36 tot en met 36-36 en zes exemplaren Romeins genummerd van I-VI tot en met VI-VI bestemd voor de medewerkers. Bij elk exemplaar hoort een suite van vijf zwart-witetsen gesigneerd en genummerd door karel Dierickx. Alle exemplaren werden in het colophon gesigneerd door Gruwez en Dierickx.
© 2004 Toochcsmi uitgevers
D/2004/5039/3
— Karel Dierickx
en Chris Yperman
had ik
een groene hagedis
Twaalf gedichten voor Norbert van Chris Yperman en vijf tekeningen van Karel Dierickx. Verscheen in mei 2004 bij Toohcsmi uitgevers. De teksten werden gezet uit de Baskerville, het boek werd gedrukt op de persen van drukkerij Imschoot in Gent op Modigliani. De oplage werd beperkt tot 300 exemplaren. Deze uitgave werd op vrijdag 7 mei 2004, midden de persen van drukkerij Imschoot voorgesteld door Jan Hoet in aanwezigheid van de kunstenaars.
— Karel Dierickx
en Stefan Hertmans
Giotto’s hemel
Giotto's hemel is een tweetalige uitgave en verschijnt in een beperkte oplage van 36 exemplaren. Marlene Müller-Haas vertaalde de gedichten naar het Duits. Bij elk exemplaar hoort een suite van drie door de kunstenaar genummerde en gesigneerde etsen, en een handschrift van de dichter. Karel Dierickx tekende een reeks etsen, waarbij hij zich liet inspireren door sinopia tekeningen van Italiaanse schilders uit de vroege renaissance, Piero della Francesca, Giotto, Buonamico Buffalmacco en Ambrogio Lorenzetti. Stefan Hertmans schreef zeven gedichten waarin zich een Toscaans landschap ontvouwt: Giotto, Piero della Francesca, Luca Signorelli, Il Perugino, Pinturicchio en Fra Angelico.
— Karel Dierickx
en William Wauters Galerie
The Chiswick Drawings
Een uitgave gerealiseerd ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘The Chiswick Drawings’ in de William Wauters Galerie te Oosteeklo van 17 juni tot 26 augustus 2012. Er zijn 20 exemplaren aangemaakt, genummerd en gesigneerd door Karel Dierickx. Ontwerp en uitvoering Luc De Smet, fotografie William Wauters. Deze uitgave kwam niet in de handel.
Copyright (©) 2021 | Karel Dierickx
Fotografie — Lieven Herreman, Dirk Vermeirre, Jules Vandevelde, Herman Selleslags, Dominique Provost, Sara Martens en uit het archief van Karel en vrienden. Met dank aan Thomas Soete, Guido De Bruyn, Bernard Dewulf, Roland Jooris en Stefan Hertmans
Update februari 2024
Fotografie — Lieven Herreman, Dirk Vermeirre, Jules Vandevelde, Herman Selleslags, Dominique Provost, Sara Martens en uit het archief van Karel en vrienden. Met dank aan Thomas Soete, Guido De Bruyn, Bernard Dewulf, Roland Jooris en Stefan Hertmans
Update februari 2024